Zorg op de couveuseafdeling

Artsenvisite

Je baby is onder behandeling van een kinderarts. De kinderarts houdt dagelijks een artsenvisite. Tijdens deze visite kunnen er afspraken gemaakt worden over bijvoorbeeld voedingen en onderzoeken. De verpleegkundige neemt met je door wat er besproken is tijdens de visite.

 

Iedere dinsdag- en vrijdagmorgen doet de kinderarts, samen met de verpleegkundige, de visite bij jouw kindje op de suite. Hierbij mag je uiteraard aanwezig zijn. Je wordt als ouders op deze manier nog meer betrokken bij de zorg. Je kunt je vragen gelijk aan de kinderarts stellen en tegelijkertijd je bevindingen en observaties delen.

 

Eerste verantwoordelijke verpleegkundige

Gedurende de opname is een vaste verpleegkundige het aanspreekpunt en eerste verantwoordelijke voor jou en je kindje. Zij zal ook wekelijks de voortgang met je bespreken. Het kan zijn dat door vrije dagen en/of vakanties een tweede of derde verpleegkundige ingeschakeld moet worden. Mocht dit het geval zijn, dan word je hiervan op de hoogte gebracht. Wij streven ernaar zoveel mogelijk dezelfde verpleegkundige voor dezelfde baby te laten zorgen.

 

Hoe wordt je baby in de gaten gehouden?

Monitor

Meestal wordt je baby in de gaten gehouden door middel van een monitor. Je baby krijgt hiervoor elektrodes op zijn of haar borst. Op deze manier houden we de ademhaling en hartslag in de gaten van je baby. Zodra de hartslag of ademhaling te veel versnellen of vertragen klinkt er een alarm. De verpleegkundige krijgt dit alarm ook op haar pieper binnen. Onrijpe prematuren ‘vergeten’ nog wel eens te ademen en door het alarm kan de verpleegkundige snel ingrijpen als dit nodig is.

 

Daarnaast krijgt je baby ook een bandje om de voet of hand om de zuurstofverzadiging (saturatie) te meten. De bloeddruk wordt gemeten met een bandje om de arm of been.

 

Temperatuur

Wat ook dagelijks gecontroleerd wordt is de temperatuur van je baby. Een baby die te vroeg geboren is kan zich vaak nog niet goed op temperatuur houden. Door met een thermometer (rectaal) te meten, weet je of je baby het te koud of te warm heeft en kan daar de couveuse of kleertjes op aangepast worden.

Wanneer je baby nog in een couveuse ligt kan de couveusetemperatuur lager worden gezet als je baby zichzelf beter op temperatuur kan houden. Op die manier wordt de omgevingstemperatuur in de couveuse steeds meer gelijk aan de temperatuur buiten de couveuse.